Klasopdrachten
Verdeel de klas in twee groepen en daag elkaar uit met deze opdrachten:
Zeg eens "euh"
Je leerkracht legt tien boeken klaar. Uit elke groep komt een leerling vooraan staan. De leerkracht laat elk van hen een boek zien en zij krijgen even tijd om het boek te bestuderen. Daarna stellen ze het boek voor. Ze mogen geen woorden uit de titel of het woord “euh” gebruiken. De groep die het snelst de meeste titels kan raden, wint.
(Opgelet: de overige boeken mogen niet in het zicht van de voorstellers staan!)
Zinnen achterstevoren lezen
Elke groep neemt pen en papier klaar. Je leerkracht leest vijf zinnen achterstevoren: het laatste woord eerst, het eerste woord laatst. De groep die de meeste zinnen juist kan opschrijven met de woorden in de correcte volgorde, heeft gewonnen.
Woorden achterstevoren lezen
Dezelfde opdracht als hierboven, maar ditmaal leest de juf of meester vijf woorden achterstevoren. De laatste letter komt eerst, de eerste letter laatst. De groep met de meeste juiste woorden wint!
Vraag aan je leerkracht voor elke gewonnen opdracht de kwartetkaart van de leeskampioen. Vier kaarten verzameld? Ga naar de bib, draai aan het rad en win een prijs.